Als je deskundigheid uitstraalt, zullen anderen gemakkelijker en sneller overtuigd zijn van de boodschap die je wilt overbrengen. En aangezien jij dé deskundige bent op je vakgebied, zou dit eigenlijk geen probleem moeten zijn.

Heb vertrouwen in jezelf en realiseer je dat jij de deskundige bent; jij bent degene die weet waar het over gaat. Dan zul je dit ook uitstralen.

Let er hierbij op dat je geen afbreuk doet aan je deskundigheid door woorden te gebruiken als ‘eigenlijk’, ‘een beetje’, ‘misschien’, ‘ongeveer’, ‘eventueel’ en ‘ik denk’. Gebruik in plaats daarvan woorden als ‘natuurlijk’, ‘vanzelfsprekend’ en ‘ik weet zeker dat…’

Inlevingsvermogen (empathie) bepaalt in belangrijke mate de kwaliteit van de communicatie, ook bij overtuigen en argumenteren. Dit helpt je namelijk om in de reacties van de ander te herkennen wat hij voelt en daar kun je je vervolgens op inspelen. Dit wil niet zeggen dat je je hierin moet laten meeslepen, maar wel dat je kunt laten merken dat je snapt wat de ander vindt, denkt en voelt. Probeer aan te voelen waaraan de ander behoefte hoeft, want als je hieraan tegemoet kunt komen, zal dit helpen om de ander te overtuigen.

Als je iemand probeert te overtuigen, zal hij – bewust of onbewust – in zijn eigen belang denken. Hij zal zich afvragen wat hij eraan heeft als hij instemt met jouw advies of mening. Ga daarom na – bij je voorbereiding – welke voordelen jouw standpunt heeft voor de ander en benoem deze. Dit kan zeker helpen om hem te overtuigen. Mocht de ander zich hier toch niet door laten beïnvloeden, benoem dan de nadelige gevolgen die optreden als jouw advies of voorstel niet worden overgenomen.

Als je iemand wilt overtuigen, kun je de neiging hebben om te forceren, bijvoorbeeld door je woorden kracht bij te zetten met stemverheffing of door sneller te praten. Probeer dit te vermijden, want juist door rustig en duidelijk te praten, wek je vertrouwen en straal je deskundigheid uit.

Deel de boodschap die je wilt overbrengen op in overzichtelijke onderdelen, waartussen je verbanden legt. Wees bovendien niet bang om een stilte te laten vallen bij een zwaarwegend argument of een belangrijke boodschap. Dit onderstreept dat je rustig bent en overtuigd bent van je standpunt.

Je overtuiging wordt door de ander sneller geaccepteerd als je betrouwbaar en geloofwaardig overkomt. Hierbij speelt je non-verbale communicatie een grote rol. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is het maken van oogcontact, want de ogen worden niet voor niets ‘de spiegel van de ziel’ genoemd. Door oogcontact krijg je persoonlijk contact met je gesprekspartner en bovendien wek je juist wantrouwen als je de ander niet aankijkt. Andere voorbeelden van uitingen van non-verbaal contact zijn je lichaamshouding, gebaren en mimiek. Een goede houding kan zelfvertrouwen uitstralen, terwijl een in elkaar gedoken houding onzekerheid uitstraalt. 

Geef niet zomaar op; volharding kan lonend zijn. De acceptatie van je overtuiging neemt toe als je dóór blijft vragen en het belang van je boodschap en argumenten op verschillende manieren blijft aantonen en herhalen.